Verschil tussen por en para – duidelijke uitleg met voorbeelden
Een ander klassiek struikelblok voor mensen die Spaans leren: por en para. Beide kunnen “voor” betekenen in het Nederlands, maar ze worden in andere contexten gebruikt. Het verschil is soms subtiel, maar goed te leren met uitleg en voorbeelden.
📌 In het kort: het verschil
Por gebruik je voor oorzaken, redenen, tijdsduur en beweging via een plaats.
Para gebruik je voor doelen, bestemmingen, ontvangers en deadlines.
Ezelsbruggetje: POR = DOOR, PARA = NAAR
Een eenvoudige manier om het verschil te onthouden:
- POR = DOOR: Door iets heen, door iemand gedaan, door een reden veroorzaakt.
- PARA = NAAR: Naar een doel, naar iemand toe, naar een bestemming of toekomstmoment.
Of gebruik deze geheugensteun:
- POR: Route, Reden, Ruil, Tijd
- PARA: Doel, Bestemming, Ontvanger, Deadline
🧾 Wanneer gebruik je por?
- Reden / oorzaak: Lo hice por ti. – Ik deed het vanwege jou.
- Beweging door een plaats: Caminamos por el parque. – We wandelden door het park.
- Tijdsduur: Viví en España por dos años. – Ik woonde twee jaar in Spanje.
- Communicatiemiddel: Hablamos por teléfono. – We praten via de telefoon.
- Ruil / prijs: Te cambio mi libro por tu revista. – Ik ruil mijn boek tegen jouw tijdschrift.
🎯 Wanneer gebruik je para?
- Doel / bestemming: Este regalo es para ti. – Dit cadeau is voor jou.
- Doel van een actie: Estudia para médico. – Hij studeert om arts te worden.
- Deadline / toekomst: La tarea es para mañana. – Het huiswerk is voor morgen.
- Vergelijking / mening: Para un niño, sabe mucho. – Voor een kind weet hij veel.
- Werkgever: Trabajo para una ONG. – Ik werk voor een NGO.
📚 Vergelijkende voorbeelden
Situatie | Voorbeeld met por | Voorbeeld met para | Uitleg |
---|---|---|---|
Reden vs doel | Lo hice por amor. | Lo hice para ayudarte. | Por = vanwege / Para = om te |
Beweging vs bestemming | Paso por tu casa. | Salgo para tu casa. | Por = via / Para = richting |
Duur vs deadline | Estudié por dos horas. | La tarea es para mañana. | Por = hoe lang / Para = wanneer |
Ruil vs ontvanger | Pagué 10 euros por el libro. | El libro es para María. | Por = in ruil voor / Para = voor iemand |
Communicatiemiddel | Te llamo por WhatsApp. | — | Por bij media / geen para |
🧠 Veelgemaakte fouten
❌ Gracias para tu ayuda ❌
✅ Gracias por tu ayuda ✅ – “Bedankt voor je hulp” gebruikt altijd por
❌ Voy por Madrid = Ik rijd door Madrid
✅ Voy para Madrid = Ik ben op weg naar Madrid
🔁 Test jezelf
Probeer deze zinnen zelf in te vullen met por of para:
- Este regalo es ___ ti.
- Estudié español ___ dos años.
- Trabajo ___ una empresa internacional.
- Lo hice ___ amor.
- Vamos ___ la playa.